Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Als patiënt verbeeldingsoefening gebruikt wordt verwachte pijn minder

Webredactie

Als je je voor een pijnlijke behandeling inbeeldt dat iets geen pijn zal doen, kun je daadwerkelijk minder pijn voelen. Op deze vorm van het placebo-effect is gezondheidspsychologie Kaya Peerdeman gepromoveerd aan de Universiteit Leiden.

 

Uitgangspunt voor het onderzoek was het placebo-effect: een placebo is een geneesmiddel of behandeling die in vorm gelijk is aan het te onderzoeken geneesmiddel of de te onderzoeken behandeling. Bij het placebo-effect draait het om verwachtingen. Als de patiënt verwacht dat het middel of de behandeling werkt, ervaart hij of zij een positief effect, zowel bij een placebo als bij een ‘echt’ middel. Uit eerder onderzoek bleek al dat verbeeldingsoefeningen voor pijnvermindering kunnen zorgen, doordat ze ontspanning of afleiding geven. Peerdeman onderzocht of het inbeelden van pijnvermindering, nog vóórdat die pijn er is, de daadwerkelijke pijn kan verminderen.

Om dat te onderzoeken moesten proefpersonen hun hand onderdompelen in water dat zo koud was dat het pijn deed. Daarna moesten de proefpersonen zich voorstellen dat het minder pijnlijk zou zijn doordat ze een warme, waterdichte handschoen aantrokken. Peerdeman: “We ontdekten dat de proefpersonen na deze verbeeldingsoefening minder pijn verwachtten en daardoor ook daadwerkelijk minder pijn ervoeren als ze hun hand in het koude water staken.”

Het effect van verbeelding wordt mogelijk versterkt door wat iemand tegen je zegt, zo bleek uit een meta-analyse die Peerdeman uitvoerde over verschillende technieken waarmee verwachtingen beïnvloed kunnen worden. De patiënt kan bijvoorbeeld een verbeeldingsoefening doen voorafgaand aan een pijnlijke behandeling, zoals een operatie. “De verbeelding heeft effect op de verwachtingen van de patiënt, en door die verwachting kan de hoeveelheid pijn die hij ervaart verminderen,” aldus Peerdeman.

Bron: Universiteit Leiden