Uitslag kennistoets over pijn

De juiste antwoorden voor de kennistoets over pijn zijn:

Vraag Antwoord
  1. Stelling: bij pijn is er altijd een een-op-een-relatie met weefselschade
Het juiste antwoord is antwoord b. Nee, dat is onjuist.
Artsen en onderzoekers hebben wel lange tijd gedacht dat er altijd een een-op-een-relatie met weefselschade was. Pijn kan echter ook ontstaan zonder dat er sprake is van weefselschade. Denk aan een verstoring in de zenuwbanen, waarbij er geen prikkel van buitenaf is, maar de zenuwbanen toch een signaal van pijn aan de hersenen doorgeven. Bijvoorbeeld bij sommige vormen van neuropathie.
  1. Wat is juist? (Meerdere antwoorden mogelijk)?
    a. Nociceptie is hetzelfde als pijn.
    b. Pijn is een subjectief gevoel.
    c. Nociceptie betreft de neurale processen die schadelijke prikkels omzetten in zenuwimpulsen.
    d. Nociceptie is het vermogen om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen.
Zowel antwoord b. (Pijn is een subjectief gevoel) als antwoord c. (Nociceptie betreft de neurale processen die schadelijke prikkels omzetten in zenuwimpulsen) zijn juist. En niet nociceptie, maar propioceptie is het vermogen om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen
  1. Wanneer je bij een pijnlijke prikkel minder pijn voelt dan normaal, dan heet dat:
Het juiste antwoord is antwoord c. hypoalgesie.

Hyperalgesie is dat wat normaal bij een prikkel pijn deed, doet nu nog meer pijn.

Allodynie is wanneer je bij een prikkel die normaal gesproken geen pijnt voelt, nu wel pijn voelt.

Neuropathie is een aandoening waarbij een of meerdere zenuwen niet goed functioneren.

4. Hoe noem je het wanneer je bij een prikkel die normaal gesproken geen pijn doet, nu wel pijn voelt? Het juiste antwoord is antwoord b. allodynie

Hypoalgesie is wanneer je bij een pijnlijke prikkel minder pijn voelt dan normaal.

Hyperalgesie is dat wat normaal bij een prikkel pijn deed, doet nu nog meer pijn.

Neuropathie is een aandoening waarbij een of meerdere zenuwen niet goed functioneren.

  1. Waarom is nociplastische pijn een onjuiste term?
Het juiste antwoord is antwoord a. De term doet vermoeden dat er sprake is van een noxe, maar dat is niet zo.
6. Waardoor kan de pijnbeleving worden beïnvloed? (Meerdere antwoorden mogelijk) Bij deze vraag dienen alle antwoorden te worden aangevinkt. Pijnbeleving is subjectief en kan door heel veel factoren worden beïnvloed. Meer nog dan bij deze antwoordopties vermeldt staat.
  1. De oorsprong van neurogene pijn is gelegen in:
Het juiste antwoord is antwoord c. De oorsprong van neurogene pijn kan zowel in het perifere zenuwstelsel zitten als in het centrale zenuwstelsel.
  1. Wat is een voorbeeld waarbij een noxische prikkel niet leidt tot nociceptie?
Het juiste antwoord is antwoord a. neuropathie die leidt tot verlies van pijnzin.
  1. Wat is de juiste indeling voor pijn?
Het juiste antwoord is antwoord e. Geen van deze indelingen is toereikend. Men heeft nog steeds geen volledig begrip van het fenomeen pijn.
10.Welke pijn zou men nog kunnen toevoegen aan de indeling van nociceptieve pijn en neuropathische pijn. Het juiste antwoord is antwoord b. Pychogene pijn. Dat is pijn die veroorzaakt wordt door psychogene oorzaken.