Er is veel te weinig bekend over voorvoetproblemen, terwijl 22 procent van de volwassen gedurende korte of langere tijd last heeft van pijnklachten in de voet. Dat stelt orthopedisch chirurg Joost Schrier in zijn proefschrift. Orthopeden blijken hamer-, klauw- en mallettenen of “krabbeltenen” verschillend te benoemen en behandelen. Schrier doet in zijn proefschrift een voorstel voor een eensluidende definitie.
Schrier legde 101 Nederlandse orthopedische chirurgen een vragenlijst voor over de definitie en behandeling van kleine teenafwijkingen. Na evaluatie stelde hij vast dat er geen consensus bestaat op dit gebied. Orthopeden benoemen en behandelen hamer-, klauw- en mallettenen verschillend. Ook in de wetenschappelijke literatuur verschillen de definities en behandeling van kleine teenafwijkingen.
Joost Schrier doet daarom een voorstel voor een eensluidende definitie van voorvoetproblemen. De onderscheidende factor tussen een hamer- en klauwteen is de extensie-stand in het metatarsophalangeale (MTP) gewricht. Een hamerteen wordt gedefinieerd als een rigide flexiedeformiteit van het proximale interphalangeale (PIP) gewricht; een klauwteen heeft daarnaast nog een rigide extensie-deformiteit van het MTP-gewricht. Een malletteen bestaat uit een rigide flexie-deformiteit van het distale interphalangeale gewricht, bij een verder normale stand van het PIP- en MTP-gewricht.
Tenslotte stelt Schrier in zijn proefschrift dat een speciale vragenlijst nodig is om voorvoetklachten te inventariseren. Die vragenlijst moet leiden tot een uniforme diagnose en passende behandeling.
Bij de afbeelding: A = malletteen, B = hamerteen, C = klauwteen.
Het complete proefschrift is hier te vinden.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen.