Uitslag kennistoets Medische terminologie, hoe zat het ook al weer?

De juiste antwoorden op de kennistoets zijn:

Vragen Antwoorden
  1. Hoe spreek je de medische term coeliakie uit?
Het juiste antwoord is antwoord c. De oe-klank spreek je in het Latijn uit als eu en de letter K voor een oe klank spreek je uit als een s. Dus: Seu-lia- kie.
2. Wat is een digitus superductus Antwoord b is juist. Een digitus superductus bestaat niet. Wat wel bestaat is een digitus supraductus. Supra is het Latijnse voorvoegsel voor ‘boven’. Een digitus supraductus is dus een teen die schuin bovenop een andere teen ligt. Een teen die schuin onder een andere teen ligt heet een infraductus.
  1. Wat is tendinopathie?
Het juiste antwoord is antwoord c. een tendinopathie is een overkoepelende term voor peesaandoeningen waarbij de pees niet is afgescheurd. Voor een peesontsteking (antwoord a.) wordt de term tendinitis gebruikt. En voor een degeneratie van de pees (antwoord b) wordt de term een tendinose gebruikt.
  1. Wat is de huidige schrijfwijze voor het gewricht tussen een middenvoetsbeentje en het basiskootje van een teen?
Het juiste antwoord is a. metatarsofalangeale gewricht. Lange tijd werd het geschreven als in antwoord b. het metatarsophalangeale gewricht, totdat de spelling werd gewijzigd; ph werd in het vervolg als een f geschreven. Toch kom je in de praktijk de schrijfwijze met ph nog veel tegen. Antwoord c klopt ook niet. In het Latijn wordt het voorvoegsel metatarso (en niet metatarsa) gebruikt om aan te geven dat iets betrekking heeft op de metatarsalia (de middenvoetsbeentjes).
  1. Wat is het meervoud van hallux?
Het juiste antwoord is antwoord b. Een Latijns woord dat in het enkelvoud eindigt op een x, krijgt als meervoudsvorm cis.
  1. Waarop duidt het Latijnse voorvoegsel athero?
Het juiste antwoord is antwoord c. een aandoening betreffende waarbij vet een rol speelt. Wanneer iets het gewricht betreft (antwoord a), dan wordt het voorvoegsel arthro gebruikt, of een afgeleide daarvan (artr, arthr, artro). Wanneer iets de slagader betreft (antwoord b), dan wordt het voorvoegsel arterio gebruikt.
  1. Waar staat de afkorting mm. Voor?
Het juiste antwoord is antwoord a. musculi (spieren). Dit is het meervoud van musculus (spier). Bijvoorbeeld de mm. abdominis betekent de buikspieren. Millimeter in antwoord b is geen medisch begrip. Bovendien wordt de afkorting voor millimeter geschreven zonder punt, dus: mm Voor mammografie uit antwoord c (een röntgenfoto van de borsten) bestaat voor zover wij weten geen afkorting.
  1. Hoe heet het lichaamsvlak dat het lichaam in een linker- en rechterdeel verdeelt?
  1. Welke as staat loodrecht op welk lichaamsvlak? Zet het juiste cijfer bij de juiste letter
    9a. De sagittale as staat loodrecht op…
    9b. De transversale as staat loodrecht op…
    9c. De longitudinale as staat loodrecht op…
De juiste antwoorden zijn:
9a – c.  De sagittale as staat loodrecht op het coronale vlak.9b – a. De transversale as staat loodrecht op het sagittale vlak. Het transversale vlak (antwoord b), is een andere benaming voor het coronale vlak (antwoord c). En in de vorige vraag zagen we al dat de sagittale as loodrecht staat op het transversale vlak en dus ook op het horizontale vlak.

9c. -b. De longitudinale as staat loodrecht op de transversale vlak. Het coronale vlak (antwoord a) is een andere benaming voor het frontale vlak (antwoord c). Op dat vlak staat de sagittale as loodrecht.

  1. Wat is juist (meerdere antwoorden mogelijka. Een abductiebeweging vindt plaats in het frontale vlak, om een transversale as.

    b. Een adductiebeweging vindt plaats in het frontale vlak, om een longitudinale as.

10 a – Het juiste antwoord is antwoord a. Deze stelling is juist.
10 b – Het juiste antwoord is antwoord b. Deze stelling is onjuist.  Een adductiebeweging vindt weliswaar plaats om de longitudinale as. Dit gebeurt echter niet in het horizontale vlak, maar in h