Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Potenpraat: Het is tijd voor voetenemancipatie

Kees Bals
De voet staat er niet goed op in de Nederlandse taal. Het is hoog tijd voor de emancipatie van dit woord.

Ineens viel het op. Het heeft heel wat voeten in de aarde. Iemand voor de voeten lopen. Zich uit de voeten maken. Als we in het Nederlands een uitdrukking met het woord ‘voet’ gebruiken, dan lijkt het erop dat we meestal iets negatiefs uitdrukken. Het was tijd voor een klein onderzoek om te checken of dit klopt. De Dikke van Dale erbij gepakt om uitdrukkingen en gezegden met ‘voet’ te vergelijken met die met ‘hand’. En vooruit, ook dat nog: hoe staat ‘poot’ erbij. Zeggen die gezegden iets positiefs, negatief of zijn ze min of meer neutraal*.

Hand wint

Het eerste dat uit het onderzoek komt, is dat we ‘hand’ veel eerder in de mond nemen (241 keer) dan ‘voet’ (65). Bijna vier keer vaker. En van ‘poot’ zijn we helemaal een beetje vies. Dat woord gaat maar de helft zo vaak over de tong als ‘voet’ (namelijk 31 keer).

 

Voet is niet goed

Ten tweede: ja, ‘voet’ komt er niet goed vanaf. Je kunt aan iemands voeten liggen, maar we zetten toch eerder daar geen voet meer in huis. Eén op de vijf voetuitdrukkingen (20 procent) zegt iets positiefs, maar liefst één op de twee (49 procent) heeft een negatieve boodschap. Terwijl we graag iets met twee handen aannemen: twee op de vijf keer een positief bericht (42 procent). Slechts één op de vier keer een negatieve mededeling (25 procent). Het is er om met je handen van in het haar te gaan zitten.

Vaste voet

De conclusie is duidelijk: onze trouwe onderdanen worden ondergewaardeerd in onze taal. Zegt dat iets over hoe Nederlanders naar voeten kijken? Misschien. Veel mensen beseffen pas hoe hard ze hun voeten nodig hebben op het moment dat ze echt naar een pedicure moeten. Daarom: ‘voet’ moet vaste voet aan de grond krijgen en daarin moeten we voet bij stuk houden.

* Dit onderzoek is natuurlijk helemaal niet wetenschappelijk. Ten eerste omdat één persoon heeft bepaald of de uitdrukkingen en gezegden een positieve, neutrale of negatieve boodschap hebben. Eigenlijk zou je dat aan een grote groep mensen moeten vragen. Maar over het algemeen begrijpen we elkaar als we deze gezegden gebruiken, dus zoveel verschil in waardering zal er niet bestaan. Ten tweede omdat de Dikke van Dale voor een deel ‘dode taal’ laat zien. Je moet er ook de taal van honderd jaar geleden in terug kunnen vinden. Maar om nou de straat op te gaan om vast te stellen hoe mensen voet, hand en poot gebruiken… dat mag een echte taalwetenschapper nog eens gaan doen.